Recht voor ú

Kunnen leiders van een jeugdbeweging aangesproken worden voor schade van één van hun leden tijdens een activiteit van de jeugdbeweging ?

Eén van de leden loopt een ernstige brandwonde op bij een kampvuur, tijdens een dropping is één van de leden slachtoffer van een aanrijding, …
Valt dit onder de aansprakelijkheid van de leider ?

De vraag dient te worden gesteld of er sprake is van een onrechtmatige daad.
M.a.w. heeft de leider een inbreuk gepleegd op een wettelijke bepaling die een gedragsnorm oplegt of op de algemene zorgvuldigheidsnorm.

De algemene zorgvuldigheidsnorm impliceert dat de leider zich moet gedragen als een normaal zorgvuldig persoon.

Er zal moeten worden nagegaan of de leider voldoende toezicht uitoefende op het ogenblik van het ongeval, rekening houdende met de leeftijd van de jongeren, hun ervaring en capaciteiten.

Had hij voldoende voorzorgs- of veiligheidsmaatregelen genomen om voorzienbare ongevallen te vermijden?

Zelfs al zou de leider onrechtmatig gehandeld hebben, dan nog is hij in de meeste gevallen niet aansprakelijk.

Immers is de Wet op de vrijwilligers van toepassing waarvan artikel 5 een zekere immuniteit geeft aan de leiders van een jeugdbeweging.

De leider kan maw niet aansprakelijk worden gesteld voor de schade die hij veroorzaakt bij het verrichten van het vrijwilligerswerk.

Voor die schade is de organisatie van de jeugdbeweging aansprakelijk en die organisatie moet zich verplicht verzekeren voor zijn burgerlijke aansprakelijkheid.

Zo hebben Scouts- en Gidsen Vlaanderen een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid afgesloten met Ethias, terwijl Chirojeugd Vlaanderen zulke polis heeft afgesloten met AG Insurance.

De leider zal wel nog zelf aansprakelijk gesteld kunnen worden ingeval van bedrog, zware fout of eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomende lichte fout van de vrijwilliger.