Recht voor ú

Barsten door droogte: wie betaalt de rekening?

Deze week was in het programma Pano te zien dat steeds meer huizen schade oplopen door droogte. Hierbij werd onder meer gewezen op het veranderende klimaat, het onaangepaste waterbeleid en het massaal oppompen van water. Eén van de mogelijke gevolgen van de droogte zijn zettingsverschijnselen in woningen. Hierdoor kunnen zich scheuren en barsten voordoen met soms verregaande gevolgen. Voornamelijk klei- en leemgronden zouden hiervoor gevoelig zijn. Wie moet deze schade echter vergoeden?

Allereerst is de vraag wie voor deze schade verantwoordelijk is. Als de aansprakelijkheid van een natuurlijke persoon, onderneming, overheid,… kan worden bewezen, dient deze de schade te vergoeden aan de benadeelde partij. Het probleem bij het uitdrogen en inkrimpen van de grond is echter dat het eerder om een natuurfenomeen gaat, waarbij onder meer de klimaatopwarming een belangrijke rol speelt.

 

Het zou in theorie mogelijk zijn om bijvoorbeeld de verschillende overheden aan te spreken als effectief kan worden aangetoond dat het waterbeleid niet juist wordt gevoerd, er onvoldoende controle is, etc. De vraag is echter of deze oorzaken kunnen worden gekoppeld aan de concrete schade aan één bepaalde woning. Dit valt zeer moeilijk te bewijzen.

 

Rest dan nog de vraag of er bijvoorbeeld via de (facultatieve) brandverzekering een vergoeding kan worden bekomen. Echter brengt deze meestal ook geen soelaas. Natuurrampen zijn sinds de wet van 17 september 2005 verplicht mee opgenomen in de brandverzekeringen, waaronder ook grond- en aardverschuivingen vallen. Deze worden wettelijk gedefinieerd als “een beweging van een belangrijke massa van de bodemlaag”. Om deze definitie van natuurramp te gaan toepassen bij lokale verschijnselen door uitdroging, is (momenteel) allesbehalve eenvoudig. Niettemin betreft dit een minimumvoorwaarde en kan in de brandpolis uiteraard een uitbreiding zijn voorzien, zodat het steeds aangewezen is deze goed na te lezen.

 

Wel is er hoop op beterschap. ASSURALIA, de beroepsvereniging van verzekeraars, is immers op de hoogte van het probleem. In verschillende kranten wordt deze week uiteengezet dat er samen met Staatssecretaris voor Consumentenbescherming Eva De Bleek (Open VLD) twee pistes worden bekeken om tegemoet te komen aan het groeiende probleem. Enerzijds wordt er gedacht aan een bijkomende dekking binnen de algemene brandverzekering op federaal niveau, anderzijds aan een bijkomende dekking in risicogebieden. Staatssecretaris Eva De Bleek denkt daarbovenop aan het aanpassen van de bouwvoorschriften in bepaalde regio’s en hoopt alleszins een oplossing te hebben tegen de zomer van 2021.

Wordt ongetwijfeld vervolgd.

tags