Recht voor ú

Kinderrechten binnen de familierechtbank

Meer dan 30 jaar gelden, op 30 november 1989, werd het Internationaal Verdrag over de Rechten van het Kind (‘IVRK’) aangenomen door de Verenigde Naties. België was één van de landen die dit verdrag ondertekenden en zich daarmee engageerde om de rechten van het kind te beschermen.

Maar hoe worden deze kinderrechten vandaag gewaarborgd binnen de familierechtbank?

Rekening houden met het ‘belang van het kind’

Bijna alle kinderrechten zijn gestoeld op artikel 3 IVRK. Krachtens artikel 3 IVRK dient het ‘belang van het kind’ steeds de eerste overweging te zijn bij elke beslissing die het kind aangaat.

Dit principe is ook verankerd in artikel 22bis van de Belgische Grondwet.

Wanneer ouders er niet in slagen om tot een akkoord te komen over belangrijke kwesties zoals het ouderlijk gezag, de domicilie of de verblijfsregeling, moet de familierechter tussenbeide komen. De rechter dient dan beslissingen te nemen rekening houdend met het belang van het kind.

Het Openbaar Ministerie (procureur des Konings) kan advies geven aan de familierechter.

Zelfs wanneer ouders wél een akkoord bereiken en dit voorleggen aan de rechter ter bevestiging in een vonnis, zal de rechter dit akkoord toetsen aan het belang van het kind. Indien het akkoord in strijd is met dit belang, kan de rechter de bekrachtiging ervan weigeren.

De inhoud van het begrip

Wat het ‘belang van het kind’ precies inhoudt, is echter niet exact definieerbaar.

Momenteel bestaan er in de wet geen objectieve criteria die de familierechter houvast bieden bij het invullen van dit begrip. Het is eerder een overkoepelend principe, een lens waardoor de rechter naar de zaak moet kijken.

Het is een dynamisch begrip dat telkens opnieuw moet worden geëvalueerd op basis van de specifieke situatie, de leeftijd van het kind, en met alle betrokkenen. Een beslissing die op dit moment in het belang van het kind is, kan enkele jaren later niet langer passend zijn gelet op bv. een gewijzigde situatie.

Het wordt dus geval per geval bekeken, rekening houdend met de specifieke situatie binnen het specifieke gezin.

Mening van het kind

Artikel 12 IVRK bepaalt dat een minderjarig kind het recht heeft om gehoord te worden door de rechter die moet beslissen in zaken die het kind aanbelangen.

Dit hoorrecht staat niet gelijk aan beslissingsrecht. (zie ook onze blog van 9 april 2024 omtrent het hoorrecht van kinderen).

Elk jaar hebben in België meer dan vijfduizend kinderen een gesprek met een familierechter waarbij ze moedig spreken over de relatiebreuk van hun ouders.

Door het hoorrecht wordt het kind in staat gesteld om zijn bezorgdheden aan de rechter te uiten, om zo bij te dragen tot het vinden van de meest geschikte oplossing, rekening houdend met het belang en de mening van het kind.

Belang van de ouders

Uiteraard zal ook rekening worden gehouden met het belang van de ouders zelf en hun concrete situatie, zodat een haalbare en goed werkende regeling kan worden bereikt.

Besluit

Het is duidelijk dat familierechters steeds beogen om beslissingen te nemen die bijdragen aan het welzijn van alle betrokkenen, met een bijzondere focus op het belang van het kind.

Wij staan mensen bij in het uitwerken van een akkoord, maar ook bij het voorleggen van de situatie aan de rechter met alle nodige argumenten.

Indien u onze hulp hierbij wenst, kan u onze specialisten uiteraard contacteren.

Mr. Liesbeth Baart & Mr. Isabeau de Koster

e-mail : isabeau.dekoster@advox.be