Recht voor ú

Regering reageert op de Cassatierechtspraak over de belastbaarheid van de Nederlandse AOW uitkering

De al dan niet Belgische belastbaarheid van de Nederlandse AOW uitkering is reeds lang het voorwerp van discussie. In een arrest van 5 mei 2017 heeft het Hof van Cassatie de discussie (voorlopig) beslecht.

De tot nu toe gevoerde discussie

De feiten zijn meestal quasi identiek.  De AOW pensioenuitkering wordt door de Belgische belastingdienst, vaak nadat zij deze informatie ontving van de Nederlandse belastingdienst, integraal belast als pensioen.  Dit is echter niet steeds correct.

De zaak die door het Hof van Cassatie werd beoordeeld is interessant aangezien zij meerdere fasen in het leven van de belastingplichtige bevat en deze ook worden beoordeeld.

In dit specifieke geval had de belastingplichtige als inwoner van Nederland 10 jaar rechten in de AOW opgebouwd zonder te werken.  Nadien werkte hij 10 jaar in Nederland.  Na zijn emigratie deed hij gedurende 30 jaar vrijwillige eigen bijdragen om zo verdere rechten op te bouwen.  Hij werkte gedurende die 30 jaar niet meer in Nederland.

De belastingplichtige woont in België.  

Op basis van het verdrag ter voorkoming van dubbele belasting tussen Nederland en België, is België bevoegd om belasting te heffen over uit Nederland afkomstige pensioenen die worden genoten door inwoners van België. De Belgische belastingadministratie aanziet de AOW-uitkering als een uitgesteld beroepsinkomen (artikel 34 § 1, 1° WIB) en belast deze volledig aan het progressieve tarief.

De belastingplichtige betwist deze visie, minstens voor de 30 jaar dat hij vrijwillige bijdragen stortte.

Na passages via de Rechtbank en Hof van Beroep te Antwerpen, Het Hof van Cassatie en het Hof van Beroep te Gent, wordt het Hof van Cassatie voor een tweede keer gevat.  Het Hof te Gent had geoordeeld dat de AOW-uitkering in dit geval slechts voor 10/50e deel als een belastbaar pensioen in de zin van artikel 34 par. 1, 1° W.I.B. kon worden beschouwd , met name gedurende de periode dat hij in Nederland werkte, en beveelt een herberekening van de aanslagen in de personenbelasting. 10/50e deel van de uitkering van de heer S. is belastbaar als pensioen. Voor het meerdere beveelt het hof een ontheffing van de aanslagen.

De Belgische Staat tekent hierop cassatieberoep aan. Het Hof van Cassatie bevestigt de uitspraak van het Hof van Beroep.

 

De regering grijpt in 

De hiervoor besproken Cassatierechtspraak is ook de Belgische regering niet ontgaan.

Artikel 34, §1, 1° WIB zou vanaf aanslagjaar 2018 worden aangepast.  Voortaan worden ook uitkeringen die worden toegekend in het kader van een wettelijke sociale beschermingsregel belast.

De regering motiveert deze wetswijziging door te verwijzen naar de onderhandelingen van het Belgisch – Nederlands Dubbelbelastingverdrag.  De voorheen niet belastbaarheid van de AOW uitkering aan diegenen die in Nederland geen beroepsactiviteit zou hebben uitgeoefend, werd hier niet bedoeld volgens de Regering.

Dit betekent dat de AOW uitkering die vanaf 1 januari 2017 wordt ontvangen, steeds belast zal worden.  Enkel de AOW uitkering die vrijwillig werd opgebouwd met eigen middelen lijkt mogelijkerwijs nog aan het toepassingsgebied te kunnen ontsnappen.

 

Wat met de voorheen ontvangen AOW uitkeringen?

Als U in België woont en een Nederlandse AOW- uitkering ontvangt, is het van belang te bestuderen hoe dit pensioen werd opgebouwd.  Voor het verleden kan dit mogelijk resulteren in een lagere verschuldigde belasting.  Zeker voor de bedragen die U ontvang verdient het aanbeveling om dit te laten nakijken.  Uw fiscale situatie zal immers behoorlijk veranderen eens de wetswijziging van kracht wordt.